De rechter heeft de gemeente Wassenaar in het gelijk gesteld in de rechtszaak rondom Huize Ivicke. De gemeente Wassenaar mocht de 1 miljoen euro, die nodig was om het rijksmonument op te knappen, verhalen op de eigenaar, zo oordeelde de rechter van de Raad van State. Een belangrijke doorbraak in de bescherming van erfgoed.
Huize Ivicke stond er bijzonder slecht bij. Pandeigenaar Ronnie van der Putte – ook wel bekend als de krottenkoning – had de rijksmonumentale villa jaren lang laten verkrotten. De gemeente Wassenaar zag zich genoodzaakt om – op grond van de last onder bestuursdwang – de herstelwerkzaamheden zelf uit te laten voeren. De eigenaar kreeg voor deze herstelwerkzaamheden de rekening toegestuurd.
De hoogste bestuursrechter oordeelt dat de terecht heeft ingegrepen om te voorkomen dat Huize Ivicke als rijksmonument verloren zou gaan. Ook de bouwstop die de gemeente tussendoor oplegde aan de eigenaar, die intussen op inadequate wijze werkzaamheden uitvoerde aan het pand, was volgens de rechter terecht.
Doorbraak voor erfgoedbescherming
De uitspraak betekent een stap vooruit op het gebied van handhaving op verwaarloosd erfgoed. Ook biedt de uitspraak andere gemeente handvatten om met meer zekerheid op te treden wanneer monumenten dreigen te vervallen.
En dat is welkom nieuws. Handhavingsverzoeken leiden namelijk, ook in duidelijke gevallen van moedwillige verwaarlozing, niet vanzelfsprekend tot optreden van de gemeente. Bijvoorbeeld in Zeeland, waar Krottenkoning Van der Putte een ander rijksmonument (’t Hoompje) laat verkrotten.
Net als bij ’t Hoompje heeft Heemschut ook in het geval van Huize Ivicke aangifte gedaan van moedwillige verwaarlozing. Nu het bestuurlijke juridisch traject is afgerond, is het afwachten hoe het strafrechtelijke traject zich ontwikkelt.