De Ton Koot-penning
De Ton Kootpenning is de hoogste onderscheiding van Erfgoedvereniging Heemschut voor personen die zich bijzonder hebben ingezet voor behoud en bescherming van monumenten in Nederland.
In 1971 nam Ton Koot na 25 jaar (1946-1971) afscheid als secretaris van het bestuur van de Bond Heemschut. Het bestuur besloot een erepenning naar hem te noemen, de Ton Kootpenning. Deze penning werd tot 2009 45 keer uitgereikt aan leden die gedurende ten minste 10 jaar buitengewone verdiensten voor de Bond hadden verricht. In 1972 ontving Ton Koot zelf de eerste Ton Kootpenning.
Sinds 2010 is de Ton Kootpenning een onderscheiding die wordt uitgereikt aan personen die zich op een bijzondere wijze hebben ingezet voor het behoud van monumenten en cultuurlandschappen. De toekenning van de penning vindt plaats door het Algemeen Bestuur op voordracht van het Dagelijks Bestuur van de vereniging.
Aan de onderscheiding is geen geldbedrag verbonden. Het ontwerp van de bronzen legpenning is van de hand van de kunstenaar Geurt Brinkgreve, destijds mede-bestuurslid van Ton Koot binnen Heemschut. Koot en Brinkgreve kunnen worden beschouwd als de verpersoonlijkingen van de felle strijd tegen de aantasting van landschappen en sloop van stads- en stedenschoon. Brinkgreve was bovendien de strijder tegen grootschalige sloop van de historische binnenstad van Amsterdam. Hun betekenis voor het monumentenbehoud staat op gelijke voet met de betekenis van Jane Jacobs' inzet voor het behoud van Manhattan in New York, VS.
Op de voorzijde van de 10 centimeter grote penning staat de beeltenis van Ton Koot. De achterzijde bestaat uit een egel die een slang bijt, met de Latijnse tekst: Noli me tangere (raak mij niet aan). De penning is vervaardigd door Koninklijke Begeer.