Met ontzetting heeft de commissie Limburg van Erfgoedvereniging Bond Heemschut kennis genomen van de instorting van de Wilhelminatoren. In een brief aan het college van Burgemeester en wethouders van de gemeente Valkenburg aan de Geul deelt Heemschut Limburg haar deskundige visie op de toekomst van dit rijksmonument.
De uitkijktoren is van betekenis in architectonische, stedenbouwkundige en cultuurhistorisch opzicht, maar herinnert ook aan de opkomst van het toerisme in Zuid-Limburg. Veel inwoners en toeristen bewaren warme herinneringen aan een uitstapje aan deze uitkijktoren en hebben het gebouw in hun hart gesloten.
Daarom pleit Heemschut Limburg voor het bergen, veiligstellen, documenteren, van het in situ nog aanwezig historisch bouwmateriaal op korte termijn, en de Wilhelminatoren als reconstructie te doen herrijzen. Een geslaagde marriage van oude materialen en eigentijdse architectonische ontwerpinzichten en/of materialen is wellicht mogelijk.
Ook pleit Heemschut Limburg voor een opwaardering van de landschappelijke omgeving van de Wilhelminatoren, zodat het herstel ervan bijdraagt aan een optimale omgevingskwaliteit die recht doet aan de Wilhelminatoren.
Nog altijd rijksmonument
De commissie Limburg vindt dat door een ramp getroffen monumenten hun monumentenstatus niet hoeven te verliezen, omdat het niet alleen om de materiële component gaat maar ook om de cultuurhistorische (immateriële) waarde.
De gemeente en gemeenschap van Valkenburg verdienen niet alleen steun om een icoon te herstellen, maar ook steun waarbij het gaat om een duurzaam behoud en beheer van het cultureel erfgoed.
“Boven op de Heiberg gekomen, gaan we bij de weide door een klaphekje; bij de bouwhoeve Heijhof, waar we door een tweede hekje het weiland verlaten, zien we links het met boomgaarden bezette dal, rechts het hooge bouwland; achter ons vertoont zich een schoon panorama van Valkenburg en het Geuldaal, waarin de, op de heuvels aan de overzijde van het dal staande, fleschvormige Wilhelminatoren zich als een prachtig oriënteringsmiddel verheft en die op de verdere wandeling nog herhaaldelijk als zoodanig kan dienst doen”
Uit: Te voet door Zuid-Limburg, deel 1, ANWB Toeristenbond voor Nederland (1922)