De Heemschut werkgroep Post-'65 architectuur i.o. volgt met belangstelling de discussie rondom de sloop van de gevel van het Universiteitsmuseum Utrecht. Het Cuypersgenootschap heeft een monumentenstatus aangevraagd voor het ontwerp uit 1996 om sloop te voorkomen. Volgens Heemschut is dit een voorbeeld waarom onderzoek naar jong erfgoed zo belangrijk is.
Het Cuypersgenootschap heeft de gemeente Utrecht formeel verzocht om het gebouw van het Universiteitsmuseum te beschermen als gemeentelijk monument.
De Universiteit wil een deel van het pand slopen om er een groter museum te kunnen bouwen. Het Cuypersgenootschap verzet zich tegen de plannen en zet in op behoud van het markante gebouw, dat twintig jaar geleden al de prestigieuze Rietveld-architectuurprijs kreeg. Het Universiteitsmuseum is in 1993-1996 gebouwd naar ontwerp van de Hilversumse architect Koen van Velsen.
Volgens het Cuypersgenootschap wordt het oude erfgoed van middeleeuwse kerken en historische grachtenpanden in Utrecht met veel liefde onderhouden. Dat zou ook moeten gebeuren voor het erfgoed "uit recenter tijden". "Juist het feit dat uit alle eeuwen hoogwaardige gebouwen in het stadsbeeld aanwezig zijn maakt Utrecht interessant", meent het genootschap bij RTV Utrecht. Ook het CDA in de stad verzet zich tegen de sloop van het pand en bezorgde Utrechters zijn eerder al een petitie begonnen.
Ook binnen Heemschut wordt actief gekeken naar recent erfgoed en wat de toekomst hiervan is. Binnen Heemschut is de werkgroep Post-'65 i.o. actief die een brede discussie wil voeren over architectuur na 1965. In de Bijlmerbajes werd hiervoor eind november de aftrap gegeven tijdens een speciale kennisbijeenkomst. De werkgroepleden volgen de discussie in Utrecht met grote belangstelling. "De prijwinnende gevel is in Utrecht nog zo jong en wordt nu al gesloopt. Dat maakt de noodzaak naar onderzoek naar dit erfgoed extra urgent en actueel", aldus de werkgroep.