In juni 2020 heeft Heemschut stadsdeel Oost gevraagd Leeuwenburg aan te wijzen als monument. Diverse Post ’65-kantoorgebouwen zijn alweer gesloopt of rigoureus verbouwd. Het is daarom van belang om voor deze periode kenmerkende gebouwen te behouden. Het kantoorcomplex is een hoogtepunt in het oeuvre van architect Piet Zanstra, vergelijkbaar met het Shell-gebouw in Rotterdam uit dezelfde periode.
Het stadsdeel heeft de aanwijzingsprocedure onverwacht snel gestart. Het gemeentelijk bureau Monumenten en Archeologie (MenA) en de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit gaven direct positieve adviezen, doorgaans voldoende om tot aanwijzing over te gaan. Zij onderschrijven onze conclusie dat Leeuwenburg als ensemble monumentale stedenbouwkundige en architectonische waarden heeft.
Na de zomer bleek echter dat de centrale stad grootse plannen heeft met de locatie, in september werd het concept-stedenbouwkundig plan Amstelstation-Amsteloever openbaar gemaakt. Herontwikkeling van het gebouw Leeuwenburg blijkt daarin volkomen ondergeschikt gemaakt aan de ambitie om hier veel woningen te realiseren in enkele forse torens, die de Rembrandttoren net niet naar de kroon steken. Een van die nieuwe torens is geprojecteerd ter plaatse van de laagbouw van Leeuwenburg. Sloop van dit deel doet afbreuk aan het totale ensemble. De zorgvuldige inpassing in het gebied dankzij de laagbouw – een getrapte stapeling van volumes die naar de Amstel toe afneemt en die de diagonaal door het gebied (de voormalige Weespertrekvaart) benadrukt – zou geheel verloren gaan. Het hoge bouwdeel langs het spoor mist dan de context en wordt overvleugeld door een veel hogere toren, die niet in verhouding is met de proporties van het huidige complex. Kortom de terecht geprezen schaal en context gaan teniet en een geamputeerd gebouw blijft over.
Uiteraard heeft Heemschut in een inspraakreactie gepleit voor behoud van het totale complex, maar nog voordat op alle reacties officieel is gereageerd, weet men bij het stadsdeel nu al dat het grootstedelijke project in praktisch ongewijzigde vorm zal doorgaan en zal het stadsdeelbestuur om die reden het gebouw niet aanwijzen tot monument, alle positieve adviezen en zienswijze ten spijt.
De opdracht voor de toren en aanpassing van Leeuwenburg gaat naar ZZDP, de rechtsopvolger van Zanstra, niet onverstandig in een zaak als deze. Maar sloop van de laagbouw en bouw van de toren, waarvan de fundamenten door de bestaande kelder heen zullen gaan, is ook om technische en milieutechnische redenen uiterst onwenselijk.
Wat deze kwestie duidelijk maakt is dat het in Amsterdam helaas nog ontbreekt aan aandacht voor, laat staan een visie op, Post ’65-architectuur. En als het erop aankomt het beleid in de stadsdelen (aan het bestuur daarvan is de aanwijzing van gemeentelijke monumenten toevertrouwd) ondergeschikt is aan de belangen van de centrale stad. Uiteraard is thans de bouw van woningen urgent, maar door meer aandacht voor de al aanwezige waardevolle bebouwing aan de Amsteloever (er ligt al een pleidooi voor behoud van MenA sinds juni 2018) kan de nieuwbouw beter over de locatie verdeeld worden.