Recent heeft de Werkgroep Monumentale Kunst van Heemschut kennisgenomen van het gemeentelijke voornemen om het stadhuis van Groningen te renoveren. Heemschut is enorm geschrokken van het plan om bij deze renovatie de aanwezige kunsttoepassingen van Rudi van de Wint uit 1990 achter een voorzetplafond te verstoppen. Aanvankelijk was het zelfs de bedoeling om de kunst volledig te verwijderen. Tegen het gemeentelijke voornemen is een zienswijze uitgebracht. Ook is er een WOB-verzoek verzonden om alle onderliggende stukken in handen te krijgen.
Rudi van de Wint (1942-2006) heeft van 1961 tot 1966 een opleiding gevolgd aan de Rijksacademie in Amsterdam. Bekende werken van zijn hand zijn de wandschilderingen in de nieuwe vergaderzaal van de Tweede Kamer, het herinneringsmonument voor de vliegramp op Tenerife (Spanje) en de Tong van Lucifer te Lelystad. Het werk van de internationaal geprezen kunstenaar is opgenomen in diverse belangrijke museale collecties. Zijn werk voor het Groningen stadhuis is een prachtig voorbeeld van zijn gebouw gebonden werk. Het heeft een grote kunsthistorische waarde.
In het kader van de aangevraagde omgevingsvergunning heeft de gemeente, zoals voorgeschreven bij een rijksmonument, advies ingewonnen bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). De RCE is net als Heemschut zeer kritisch over het plan met het werk van Rudi van de Wint. Volgens de RCE verliest het stadhuis door het onzichtbaar maken van de kunst een belangrijk deel van zijn historische gelaagdheid en verdwijnt een zeldzaam en zeer representatief voorbeeld van gebouwgebonden kunst uit de jaren negentig uit het zicht. De vraag is ook of er geen schade zal ontstaan door het kunstwerk op deze manier weg te werken. Het is ongebruikelijk om een negatief advies van een expertise-organisatie als de RCE te negeren.
Wij hebben de gemeente Groningen verzocht om de plannen zo aan te passen dat het hoogwaardige en zeldzame kunstwerk van Rudi van de Wint volledig behouden en zichtbaar kan blijven voor het Groninger stadhuis.