De kolenwasserij van de steenkoolmijn van Beringen, België, staat op de lijst van zeven meest bedreigde erfgoedlocaties in Europa. Bij de start van het Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed, kondigen Europa Nostra, de toonaangevendste erfgoedorganisatie in Europa, en het Instituut van de Europese Investeringsbank de lijst aan van de 12 erfgoedsites aan die door een panel van experts genomineerd werden voor het 7 Most Endangered-programma 2018. De definitieve lijst van 7 meest bedreigde erfgoedlocaties in Europa zal op 15 maart onthuld worden.
De kolenwasserij maakt deel uit van de mijnsite van Beringen, een grote voormalige kolenmijn in Belgisch Limburg. De steenkoolmijn is een belangrijk voorbeeld van de grootschalige ontwikkelingen in de steenkoolwinning in Europa en de rest van de wereld in de 20e eeuw. Met alle uitrusting en machines nog bewaard is dit waarschijnlijk enig in, Europa en mogelijk zelfs in de wereld.
De bouw van deze grote kolenwasserij startte in 1923-1924 (kolenwasserij 1) en dit eerste deel was later uitgebreid met kolenwasserijen 2,3 en 4. De vier delen vormen samen één massief gebouw in ijzer, staal, baksteen en glas.
De volledige steenkoolmijn van Beringen, met inbegrip van de vier delen van de kolenwasserij werden in 1993 en 1994 door de Vlaamse Regering wettelijk beschermd als monument.
In 2003 werd een industrieel-archeologische evaluatie en een haalbaarheidsstudie uitgevoerd voor de hele kolenmijn, inclusief de kolenwasserij. Deze studie concludeerde dat het bewaren van de kolenwasserij duur zou uitvallen, maar dat het gebouw onmisbaar was om de industriële schaal van de mijnbouw in Beringen te begrijpen en te interpreteren.
In 2009 werd de herbestemming van de mijn toegewezen aan PPS-vennootschap, met als belangrijkste partner LRM (de Limburgse Reconversie Maatschappij) en een aantal bouw- en vastgoedbedrijven. Deze besloten echter dat het behoud van de complete kolenwasserij niet mogelijk was en beslisten - zonder een grondige studie van de bouwgeschiedenis - tot de nakende sloop van steenkoolwasserij 1 en 3. De redenering die achter dit besluit gegeven werd waren de zogenaamde buitensporige kosten van restauratie en de vermeende beperkte herbestemmingsmogelijkheden van de kolenwasserij en -zeefinstallaties. Op het terrein van kolenwasserij I zou een parking aangelegd worden.
Net vóór de zomervakantie werd door de PPS-vennootschap een sloopvergunning aangevraagd voor kolenwasserij 1. Er werd ook aangekondigd dat zodra deze steenkoolwasserij 1 afgebroken is, ook de procedure om kolenwasserij 3 te slopen zal worden ingezet. Hoewel er een politieke overeenkomst over de afbraak leek te bestaan, is de wettelijke bescherming van het gebouw nog niet opgeheven en blijkbaar houdt het verzoek tot afbraak hier geen rekening mee.
Midden oktober werd de sloopvergunning geweigerd door de gemeenteraad van Beringen, omwille van de erfgoedwaarde van het gebouw en zijn beschermde status. De PPS-vennootschap diende echter een beroep in bij de deputatie van de provincie Limburg, die nu de zaak moet bestuderen - zelfs een hoorzitting moet organiseren - en vóór 1 maart 2018 dient te beslissen.
In de voorgestelde plannen voor ontwikkeling van het mijnterrein wordt ervan uit gegaan dat slechts één van de vier delen van het complex behouden blijft. Dit miskent de integriteit van het complex. Op deze manier kan de sloop van het eerste onderdeel een gevaarlijk precedent scheppen voor verdere vernietiging van de site, wat uiteindelijk leidt tot het verdere de verloren gaan van het belang van het hele site.
De nominatie voor het 7 Most Endangered-programma 2018 is ingediend door de Vlaamse Vereniging voor Industriële Archeologie vzw.
Hier een zijn de andere 11 genomineerden van Europa te vinden.