Hoewel de procedure voor de aanwijzing van de Gaasterlandschool in Amsterdam als monument werd opgestart, heeft het Stadsdeel Zuid uiteindelijk besloten de school niet als monument aan te wijzen. Woningbouw op de plek krijgt de voorkeur. Heemschut gaat het besluit aanvechten.
Stadsdeel Zuid startte het onderzoek nadat Heemschut had gevraagd het voormalige gebouw van de rooms-katholieke Nijverheidsschool voor meisjes als monument aan te wijzen. Het pand is een icoon in de categorie ‘jonge monumenten’ van na 1965.
Ook de ambtenaren van de afdeling Monumenten en Archeologie vinden na studie dat het schoolgebouw voldoende belangrijke cultuurhistorische waarden bezit om het als monument te behouden. Dat staat ook in de beschrijving van het gebouw met een bijgevoegd ‘eindadvies’.
Een woordvoerder van de gemeente laat echter weten dat het Amsterdamse college heeft besloten om maatschappelijke belangen de doorslag te laten geven. De stad heeft de ruimte nodig om 120 nieuwe woningen te bouwen.
"Het is heel belangrijk dat de stad dit soort gebouwen bewaart. Daarom moet het een monument worden. Als dat niet gebeurt verdwijnt al gauw een groot deel van het toekomstig erfgoed", aldus Norman Vervat van Heemschut.
Volgens het college blijven er na de sloop nog genoeg gebouwen over die de bouwperiode en de stijl van het schoolgebouw vertegenwoordigen. De woordvoerder noemt het PC Hoofthuis aan de Spuistraat van Theo Bosch, het pand aan het Singel 428 van Cahen, Girod en Koning, en het zogeheten ‘NMB-pand’ in Zuid-Oost van Alberts & Van Huut. Deze gebouwen staan wel op de gemeentelijke monumentenlijst.