Erfgoedvereniging Bond Heemschut is hogelijk verbaasd over de uitspraken van Wethouder Boom inzake de waardenstelling van het rapport over de behangfabriek BNI in Huizen. De wethouder vindt de panden niet monumentaal en dus niet beschermenswaardig. De erfgoedvereniging trekt een andere conclusie uit de waardenstelling en rapportage zoals opgesteld door Bureau van der Hoeven.
Uit het onderzoek blijkt dat een aantal gebouwen van genoeg waarde zijn om te beschermen. Die gebouwen vertegenwoordigen alleen, apart, of onderdelen of in samenhang, bijzondere kwaliteiten.
Van meerdere onderdelen van het bedrijfscomplex wordt expliciet aangegeven dat nader onderzoek nodig is. Daarnaast vertegenwoordigen een rij gebouwen aan de Havenstraat een bijzonder beeldondersteunende waarde. Zij spelen een stedenbouwkundige rol in het ensemble van de fabrieksstraat en de uitstraling naar de Havenstraat. Zeker twee gebouwen zouden nu op basis van de uitkomsten beschermd kunnen worden.
Heemschut vindt dat de wethouder zijn ongelijk vooral aantoont door het rapport niet te willen voorleggen aan de monumentencommissie. Het college van B&W heeft zo’n onafhankelijke commissie van deskundigen zelf ingesteld om haar te adviseren. Het is niet meer dan logisch dat rapporten die de gemeente zelf over erfgoed heeft laten vervaardigen ter kennisname worden gebracht aan de commissie.
Loeff: “Ik begrijp die angst van de wethouder wel. Als de deskundigen in die commissie gaan zeggen dat het rapport klopt en er sprake zou moeten zijn van bescherming, dan weten we dat de wethouder een inhoudelijk verkeerde conclusie trekt.”
Dat er met de beschermingsvraag politiek niets mee wordt gedaan, is een andere kwestie.
Heemschut kan zich indenken dat beschermen nu lastig ligt, maar is van mening dat de college en raad zich sterker zouden moeten uitspreken voor behoud en herbestemming van de meest waardevolle gebouwen.
Loeff: “Los van de beschermingsvraag zou de gemeente alles op alles moeten zetten om de belangrijkste waarden, zoals aangetoond in het rapport, mee te nemen in visies, bestemmingsplan en beleid als het gaat over de toekomst van dit gebied. Ik snap dat een bedrijf zich door een monumentenaanwijzing belemmerd voelt, maar het kan niet zo zijn dat na vertrek opeens alles plat gaat. Ik hoop dat de wethouder inziet dat hij dat niet op zijn geweten wil hebben, omdat er dan unieke kansen voor de as Haven-oude dorp verloren gaan.”