Dat men van Heemschut een breder beeld heeft dan dat van hoeder van gebouwd erfgoed, bewijst het verzoek dat Heemschut Noord-Holland kreeg om te helpen bij het vinden van een bestemming voor een antiek seinkanon. Bij de familie Riphagen-Kinket in Velsen-Zuid stond het enkele decennia in de tuin, nadat de vader des huizes het uit de Noordzee had opgedoken.
Door zijn overlijden kregen de erven het in bezit en die slaagden er niet in een toepasselijke plek te vinden. Musea hadden al dergelijke kanonnen in hun collectie en particuliere verzamelaars vielen buiten de boot omdat de wens van de overledene was dat het kanon op een publiek toegankelijke plaats zou worden tentoongesteld. Het kanon is gegoten bij de firma David Hahnwellers and Sons te New York en heeft mogelijk op een 19de-eeuws stoomschip dienst gedaan.
Met een fors formaat rotje werden met dergelijke kanonnen seinen gegeven, bijvoorbeeld een in de zeevaart erkend noodsignaal of een groet. Dat duikers exemplaren vinden, is geen zeldzaamheid. Na bemiddeling van Heemschut is het kanon ondergebracht in de keelkazemat van Fort aan de Drecht in Uithoorn. Het is daar onderdeel van de expositie over werelderfgoed-monument de Stelling van Amsterdam. Al kwam er nimmer een granaat uit de bescheiden loop, toch draagt het loodzware schiettuig op zijn affuit bij aan een krijgshaftige sfeer in de kazemat, nu het prijkt op een plek waar eens kanonnen stonden.