Op 22 juni is het advies van Unesco Nederland ‘Een wapen in vredestijd’ aangeboden, over de uitvoering van het Haags Verdrag en het gebruik van het blauw-witte schildje. Dit schildje behoort bij het Cultuurgoederenverdrag van Den Haag. Het geeft aan dat het gebouw een bijzondere culturele waarde heeft en daarom bij gewapende conflicten zoveel mogelijk ontzien moet worden.
De commissie vindt dat de bescherming van erfgoed "weinig aandacht" krijgt binnen het Nederlandse veiligheidsbeleid. Zo staan het depot van het Rijksmuseum in Lelystad of de Van Nelle Fabriek in Rotterdam, die de status heeft van Unesco Werelderfgoed, niet op de lijst van monumenten en collecties die in oorlogstijd beschermd moeten worden.
Het ontbreekt volgens het advies aan overzicht en coördinatie om de afspraken uit het zogeheten Unesco Haags Verdrag uit 1954 goed uit te voeren. "Een belangrijk onderdeel van de werking van het Haags Verdrag is het gebruik van blauw-witte schildjes om monumenten van betekenis te markeren, die in geval van crisis zoveel mogelijk ontzien of geëvacueerd moeten worden", schrijven de erfgoedhoeders. Het register van die schildjes blijkt echter "gedateerd en onvolledig".
Ook Heemschutdirecteur Karel Loeff werd bevraagd over het schildje. " De bescherming van erfgoed bij een gewapend conflict is formeel misschien verankerd in de wet, in de praktijk schieten beleid en capaciteit tekort. Toegegeven, oorlog lijkt in ons land de ver-van-mijn-bed show. Toch vind ik het naïef om te denken dat het niet meer kán gebeuren. Er zal ooit weer een calamiteit komen, waarschijnlijk anders dan in de laatste wereldoorlogen, en die zal erfgoed zeker raken. De vraag is of we voldoende zijn voorbereid. Het antwoord is wat mij betreft: nee."