De commissie Amsterdam heeft recentelijk een brochure gepubliceerd over de top Post ’65 architectuur in de gemeente. Het boekje geeft een representatief overzicht van belangrijke, interessante en beeldbepalende nieuwbouwarchitectuur uit deze periode.
Een klein aantal panden van na 1965 zijn al aangewezen als gemeentelijk monument, zoals het IBM-kantoorgebouw door W.T. Ellerman (1976) en het Mozeshuis aan het Waterlooplein door P.H. van Rhijn (1962-1969). Enkele andere zijn gewaardeerd met orde 1 of 2 op de Waarderingskaart architectonische en stedenbouwkundige kwaliteit. Over het algemeen wordt dit jonge erfgoed echter nog weinig gewaardeerd, en zodoende ook nauwelijks beschermd.
Amsterdam is een dynamische stad met een groeiende druk op de ruimte en bebouwing. Door herontwikkeling en renovatie verandert de stad voortdurend. Het is dus van groot belang tijdig de waarde van ook het recente bouwkundig erfgoed vast te stellen. Dat dit een urgente zaak is blijkt uit het feit dat de in de brochure opgenomen vrijstaande villa aan de Prinses Margrietstraat 1 (Meyer en Van Schooten Architecten, 1988) tijdens het drukken is gesloopt. Ook ander erfgoed wordt bedreigd, zoals bijvoorbeeld de voormalige school in de Gaasterlandstraat (De Haas, Heese en Van der Kleij, 1971-1973) en het Buurtcentrum Transvaal (De Bruijn en Snikkenburg, 1973-1975).
Heemschut hoopt met deze publicatie de discussie over het belang van dit jonge erfgoed aan te zwengelen. Heemschut heeft de brochure aangeboden aan wethouder Meliani van Kunst & Cultuur en roept het college op om actief beleid te ontwikkelen voor het behoud van het Post ’65-erfgoed.