De barakken van de Militair Geneeskundige Dienst in Ede worden gemeentelijk monument. Dat heeft het college van burgemeester en wethouders besloten na onderzoek van Erfgoedvereniging Heemschut en Erfgoed Ede. De commissie Gelderland van Heemschut is erg blij.
Aan de Van Heutszlaan in Ede liggen twee houten woningen, verscholen achter het struikgewas. Op het eerste gezicht doen de woningen aan als bungalows op een vakantiepark. Dit zijn het echter niet en de geschiedenis is langer dan die in eerste instantie lijkt. In 1907 werden deze twee barakken neergezet door het Ministerie van Oorlog voor onvervoerbare en besmettelijke zieken. Later maakten ze deel uit van de Militair Geneeskundige Dienst.
Volgens historicus Machlien Vlasblom zijn de barakken van een grote, diverse cultuurhistorische en architectuurhistorische waarde. Het is deze historie die maakt dat de barakken niet alleen een (lange) geschiedenis hebben, maar ook een toekomst verdienen. Vanuit beide invalshoeken bezien zijn de barakken zeldzaam te noemen. Door de sloop van het apotheekgebouw is de ensemblewaarde verdwenen; de barakken vormden immers een onderdeel van de Militair Geneeskundige Dienst in Ede op het kazernecomplex. Voor de Edese militaire geschiedenis is dit gebrek aan samenhang een gemis. Anderzijds vormden dergelijke isolatiebarakken elders in het land vaak losse elementen in een dorp of stad. Ze waren immers eenvoudig te monteren en demonteren, en functioneerden in feite als pop-up ziekenhuis/isolatiebarak. Dit maakt de Edese barakken bij uitstek geschikt om te verplaatsen om elders hun bijzondere verhaal te vertellen, waar het vermoedelijk ook beter tot zijn recht komt.
De barakken worden vanwege geplande nieuwbouw gedemonteerd en overgedragen aan de stichting Erfgoed Ede die een nieuwe plek gaat zoeken.