Negentig procent van alle Nederlandse molens zijn rijksmonument. Ze hebben een bijzondere cultuurhistorische waarde. Daarom worden ze nationaal beschermd. Ook de molen aan de Molendijk in Rockanje, uit 1718. Maar dat is niet voldoende, want de molens zijn maar een deel van het verhaal van het molenerf. In Rockanje is nog een intact molenerf te vinden. Uitzonderlijk en dus monumentwaardig, aldus Heemschut Zuid-Holland.
Tot nu toe zijn de gebouwen die bij de molens hoorden, zoals de huisjes van molenaars en hun knechten, over het hoofd gezien. Die zijn dan ook bijna overal afgebroken en verdwenen. De situatie in Rockanje is de uitzondering die de regel bevestigt. Daar staan de bijgebouwen nog, zoals een schuur voor de graanmalerij uit 1922 en twee molenaarshuisjes, kort na 1718 gebouwd. Komend vanaf de Westvoorneweg zien we ze voor de molen rechts, achter de leilindes.
Drie eeuwen oud
De echtgenote van de laatste molenaar is eind maart overleden, Truitje Klok-van Ingen. Haar man, Koos Klok, was de laatste molenaar die met de molen zijn brood verdiende. Erfgoedvereniging Heemschut vreest nu voor de sloop van de huisjes aan de Molendijk 32-34. De vereniging De Hollandsche Molen en de Historische Vereniging Westelijk Voorne (HVWV) pleiten samen met Heemschut voor de bescherming van deze karakteristieke panden, als stimulans voor restauratie.
De huisjes zijn ruim drie eeuwen oud en het hele molenerf verdient bescherming als een bij uitstek historische plek die meer vertelt over de geschiedenis van het malen in Rockanje. Eens te meer van belang omdat dit verhaal ook gaat over de historie van ‘gewone’ mensen. Natuurlijk in connectie met de handel en wandel van mensen als grootgrondbezitter Jacob Trouw, ook ooit eigenaar van de molen.
Dringend beroep
Zoveel monumenten van deze leeftijd heeft Rockanje niet. Het belang van het voortbestaan van het molenerf aan de Molendijk is al eerder aangetoond door ir. Frank Terpstra. Hij deed onderzoek naar de geschiedenis van dit molenerf en steunt de monumentenaanvraag: ‘Dit type woningen, van deze ouderdom, zijn landelijk zeldzaam. Het gaat hier op zichzelf niet over topmonumenten, maar zouden deze gebouwen verdwijnen, dan wordt het verhaal van de vroegere molenaars, hun knechten en de ontwikkeling van het maalbedrijf uitgewist.’
Heemschut, de HVWV en de vereniging De Hollandsche Molen doen een dringend beroep op het College van Burgemeesters en Wethouders van de gemeente Voorne aan Zee om ervoor te zorgen dat dit authentieke ensemble gespaard blijft.