Heemschut's commissie Noord-Brabant, het Cuypersgenootschap en Heemkundekring Tilborch hebben het college van B en W van de gemeente Tilburg gevraagd om het voormalige klooster Cenakel aan te wijzen als gemeentelijk monument.
Het voormalige klooster is gebouwd in 1907 naar een ontwerp van de Tilburgse architect Cees van Hoof.
Rond 1900 richtte fabrikantendochter Eleonore Houben de Nederlandse afdeling van de congregatie O.L.Vrouw van het Cenakel op. In haar ouderlijk huis op Koningshoeven begon zij toen met het geven van retraites, een specialiteit van deze congregatie. In 1907 werd een nieuw retraitehuis in de buurt gebouwd: het Cenakel. Ruim zestig jaar hebben de zusters dit klooster bewoond. Toen het in 1970 door de aanleg van de weg Breda Eindhoven te onrustig werd voor de zusters vertrokken ze naar Boxtel. Zij droegen het gebouw over aan de gemeente Tilburg. Die huisvestte er tijdelijk het conservatorium en de dansacademie, in de verwachting dat daarna het pand gesloopt zou worden. In 1996 kwam het voormalige klooster leeg en dankzij het Tivolifonds en woningbouw-vereniging De Woonstad kon al snel een reddingsplan gepresenteerd worden. Met de bouw van twee woontorens en een bijdrage van het Tivolifonds werd de verbouwing en renovatie van het oudste deel van het Cenakel mogelijk gemaakt. Er zijn toen 11 appartementen in ondergebracht en de kapel is geschikt gemaakt voor culturele doeleinden. De neogotische gevel is weer in al zijn schoonheid te bewonderen.
In 1951 werd Tilburg getroffen door een pokkenepedemie. Het retaitehuis ’t Cenakel werd ingericht als quarantaineverblijf voor personen die in aanraking met patienten waren geweest. Zij verbleven daar 18 dagen.
Ook voor veel leerlingen van het Conservatorium en de Dansacademie hebben de gebouwen van het Cenakel veel betekend.
Op dit moment vinden in de vernieuwde kapel diverse culturele evenementen plaats. De prachtige akoestiek , en de aanschaf van een fraaie concertvleugel en een bijzonder koororgel zorgen voor een hoog niveau van de uitvoeringen.
Het Cenakel heeft als retraitecentrum veel voor de Tilburgers betekend. Middelbare schoolleerlingen gingen daar in retraite als voorbereiding op hun eindexamen.
Architect Cornelius (Cees) Franciscus van Hoof (Tilburg 1861 – Tilburg 1952) heeft veel in Tilburg gebouwd. Van deze creaties is in elf gevallen sprake van een rijksmonument. Hij ontwierp in 1895 zijn eerste grote werk, de kapel van de Visitandinnen aan de Bisschop Zwijsenstraat nr. 7. Ook de kapel van het Leonardusgesticht aan de Schans 123, de Pastorie aan de Koestraat 129, de Spaarbank aan de Noordstraat 125, het Rijksbelastingkantoor aan de Stationsstraat 45, en huizen aan de Lange Nieuwstraat 156 en 158, en huizen aan het Wilhelminapark 36 en 37, alle Tilburgse rijksmonumenten, zijn van zijn hand. Van Hoof leerde het vak tekenen aan de Koninklijke School voor Nuttige en Beeldende Kunsten in den Bosch en vervolgens bouwkunde en bouwkundig tekenen. Daarna ging hij naar de Vlaamse School voor Schone kunsten in Gent. Vanaf 1906 woonde en werkte hij aan de Spoorlaan 386 en 388 in Tilburg in het door hem voor zijn vader, houthandelaar J. van Hoof, gebouwde dubbele woonhuis. Hij bleef daar ook na de dood van zijn vader in 1923 wonen samen met zijn evenals hij ongehuwd gebleven twee zussen. Naast zijn architectenpraktijk doceerde hij tekenen aan de Burger Avond Vaktekenschool in Tilburg waarvan hij later ook directeur werd.
In de voormalige rectorswoning Cenakel 1 is nu het Tivolifonds gehuisvest. Deze woning is in 1923 aan het klooster toegevoegd en ontworpen in een interbellumstijl door architect Philibert Donders. ( 1895- 1963 ) . Deze Philibert is verre familie van de bekende architect Jos. Donders. Hij woonde in Tilburg, Eindhoven en Weert en heeft veel in Limburg gebouwd. In Tilburg kreeg hij vooral bekendheid door zijn villa voor de kinderarts Dr. Keyzer St. Josephstraat 114, een gemeentelijk monument. De rectorswoning is lange tijd bewoond door de wijsgeer en Dominicaan Prof Dr. F.N.M. Weve (1884 – 1976)
Samengevat zijn wij van mening dat het ensemble van Cenakel en voormalige rectorswoning voor Tilburg een duidelijke architectuur- en cultuurhistorische waarde heeft. Daarnaast is het pand door haar ligging en architectuur beeldbepalend en tevens van belang vanwege haar gaafheid.