Het verzoek tot aanwijzing was ingediend door de Historische Vereniging Heemstede-Bennebroek (HVHB), het Cuypersgenootschap en de Erfgoedvereniging Bond Heemschut. Het college van Burgemeester & Wethouders (B&W), het bevoegde gezag in deze, heeft nu het voornemen uitgesproken tot deze aanwijzing te willen overgaan voor het gehele complex.
Dit zogenaamde voorlopige besluit heeft B&W genomen mede op basis van het positieve advies van de Erfgoedcommissie van Heemstede, en de recente externe onderzoeken van deskundigenbureaus Bureau Wim de Wagt (in opdracht van de HVHB) en Mooi Noord-Holland (in opdracht van het college). Beide bureaus spreken van hoge monumentale waarden op de verschillende aspecten van monumentaliteit – ook al uit eerdere deskundigenrapporten blijkt dat – en zij adviseren daarom tot aanwijzing als gemeentelijk monument over te gaan. Ook de petities van omwonenden en van de HVHB – in totaal bijna 1.000 keer ondertekend – zijn in de overwegingen van het college meegenomen. In het collegebesluit wordt dit uiteengezet.
Voordat B&W een definitief besluit neemt, stelt het ‘belanghebbenden’ de komende vier weken in de gelegenheid eventueel hun zienswijze te geven (uiterlijk 23 februari a.s. in te dienen bij het college). Met dit inzicht en alle verschillende belangen die spelen, neemt het college een definitief besluit.
Als dit definitieve besluit ook positief is, dan kan de eigenaar/ontwikkelaar van het pand zijn huidige nieuwbouwplannen niet realiseren. Zijn (bijgestelde) plannen gaan nog steeds uit van sloop/nieuwbouw, ondanks een moreel appel van de gemeenteraad tot behoud, en de (herhaalde) oproepen via de bewonerspetities en door onze erfgoedverenigingen tot behoud.
Formeel zijn er geen belemmeringen voor de gemeente om over te gaan tot aanwijzing wanneer een eigenaar tegen is. Ook niet als de gemeente het algemeen belang laat prevaleren boven het individuele belang, en ook niet wanneer het ruimtelijk beleid sloop toestaat.
B&W heeft ongetwijfeld alle tot heden beschikbare informatie en adviezen over en rond dit project meegewogen bij het nemen van zijn voorlopig besluit tot aanwijzing. Het laat in die afweging het algemeen belang prevaleren. Tenzij er relevante nieuwe informatie blijkt uit de komende zienswijzeprocedure – hetgeen wij niet verwachten – dan zal dat algemene belang ook moeten prevaleren bij het definitieve besluit. En daar kunnen onze erfgoedverenigingen zich goed in vinden.